Voorbeeld ColumnAls je dit leest, zit ik waarschijnlijk in een vliegtuig. Over een paar uur stap ik daar ongedeerd uit. Geen technisch mankement, geen verdwaalde raket, geen suïcidale piloot die mij waarschijnlijk van het leven beroofd. Vergeleken met andere reisvormen, is vliegen een van de veiligste manieren om van A naar B te komen. Toch, als er ongelukken mee gebeuren, zijn die altijd massaal (er wordt altijd van een vliegtuigramp gesproken, zelden van bijvoorbeeld een kettingbotsingramp in het verkeer). Een vliegtuigongeluk, hoewel zeldzaam, is altijd massaal van omvang en spreekt tot het donkerste stukje van ons angstige reptielenbrein dat de adrenaline vrijuit door het lichaam rondspuit. Gelukkig staat daar kennis en opleiding tegenover om de gevaren in perspectief te kunnen zetten. Denk je. Want ook de leidinggevenden van de vliegtuigmaatschappijen laten zich leiden door dat stukje hersenen dat voor reden onvatbaar is.
Tijdens mijn vlucht is de piloot geen moment alleen. Dat is sinds vorig jaar verplicht gesteld. Als zijn co-piloot even naar de toilet moet, zal er een steward op zijn plek moeten gaan zitten en de sturende piloot goed in de gaten houden. Maakt hij geen verdachte bewegingen? Heeft hij geen maniakale blik in de ogen? Aanleiding voor deze regelgeving is de suïcidale piloot Andreas Lubitz die vorig jaar maart moedwillig het hele vliegtuig de Franse Alpen in boorden. Goed dat er iemand oplet, denk je, dat zal ons nooit meer overkomen. Werkelijk? Naast het talent om nootjes en kotszakjes uit te delen, moet de steward anno nu ook crisispsycholoog spelen. De dappere steward heeft exact een minuut om de dolgedraaide piloot van gedachten veranderen tussen besluit en crash…Go! Laten we het scenario eens omdraaien. Stel, iemand wil een vliegtuig kapen om daar een grootse statement van te maken. Niet ondenkbaar, lekker internationaal en het spreekt tot de verbeelding. Inmiddels kan hij geen behoorlijk wapen meer meenemen aan boord door alle metaaldetectors en fouilleringen. Hij zal moeten infiltreren. Wat zal hij kiezen? De jarenlange opleiding als piloot, waarbij een intensieve achtergrondcheck en psychologische test wordt ondergaan? Of de korte, klassikale training van enkele weken als steward? Het is een onverteerbaar feit dat we altijd en overal de dood riskeren. Zodra we het leven opzoeken en ons huis verlaten, stijgt dat risico significant. Er is geen wet om ons van het eeuwige leven te voorzien. Er zijn alleen de rituelen, vermomd als regels, om onze angsten te sussen. Waarom deze column? Deze column geeft de werkelijkheid goed weer, uit onderzoek blijkt dat vliegtuigen het veiligste vervoersmiddel zijn. Maar als er een vliegtuigongeluk gebeurd is dit vaker in het nieuws, omdat er meestal meer mensen bij omkomen. |
Mijn column:
|
2007 was het. Vroeg in de ochtend. Daar stond ik dan, in mijn witte tenuetje, net gewassen, op het nog natte veld. Mijn eerste voetbalwedstrijd. De hele avond niet kunnen slapen, maar gek genoeg niet moe. De zenuwen waren zichtbaar te voelen. Mijn hele familie was meegekomen om mij te kunnen zien. Het fluitsignaal klonk. Mijn schoenen stonden binnen de kortste keren helemaal onder water. De jongens waar ik tegen speelde, waren 3 koppen groter maar toch ging ik er vol voor. Na een tijdje viel ik plat op mijn gezicht in het natte gras: een duw van een van die grote jongens. Ik schrok, moest huilen, maar stond snel weer op. Doorgaan, dat is het enige wat ik dacht. Een aantal van mijn teamgenootjes waren met hele andere dingen bezig, bloemetjes plukken, naar de lucht staren, maar daar moest ik niks van weten. Soms lachte ik wel eventjes naar mijn ouders en mijn opa die speciaal vanuit Groningen was gekomen. Talent had ik niet, dat zagen mijn ouders ook wel. Maar mijn beste deed ik wel. Ik wilde kosten wat kost die bal in het doel schieten. In de loop van de wedstrijd kwam het moment. Sheku, een van mijn teamgenootjes legde hem af voor een leeg doel (hij had al zeven goals gemaakt). Ik hoorde mijn opa roepen: 'KOM OP!'. Ik mistte de bal, en niet zo'n beetje ook. Boos op mijn opa, want ja hij leidde me af. Zijn schuld was het, ook al wist ik diep van binnen dat het mijn eigen schuld was. 9-8 wonnen we, maar een echte bijdrage had ik niet geleverd. Na de wedstrijd praatte ik met mij familie. Complimenten kreeg ik, maar ik wist dat ze het niet meenden. Goed was ik niet nee. Maar geloof het of niet, ik voetbal nog steeds. Een aantal jaren selectie maar nu weer een stap terug. De bloemetjesplukkers zijn er niet meer, Het natte gras is er ook niet meer, tegenwoordig speel ik alleen nog maar in de middag. De zenuwen zijn er niet meer, en mijn gedachtes in het veld liggen bij hele andere dingen. Het natte gras, de spanning, het gevoel bij het maken van een doelpunt, ik mis het.
|